OPINIE 

“Plassen met klasse”: waarom Gent haar sanitaire geschiedenis niet mag vergeten

19 november 2025 -Stéphanie Staïesse en Baharak Bashar

Sinds 2001 vraagt Wereld Toilet Dag, op 19 november, aandacht voor het belang van goede sanitaire voorzieningen voor iedereen en dringt bij overheden aan om die te garanderen. Na 21 jaar Plasactie dachten we dat deze discussie in Gent voorbij was, maar veel gemeenteraadsleden lijken de sanitaire geschiedenis en succesvolle Gentse praktijken niet te kennen — of ze bewust te negeren onder het motto “besparingen boven alles”.

Publieke toiletten zijn geen gewone infrastructuur: ze raken aan menselijke waardigheid, sociale inclusie, volksgezondheid, toegankelijkheid en het recht op de stad. De beslissing van Stad Gent om zes centrale toiletten via een concessie uit te baten – en dus betalend te maken – is daarom meer dan een technisch financiële ingreep. Ze verschuift een openbare basisvoorziening richting private winst en benadeeld daarbij diverse groepen. Zo’n keuze vraagt een breed debat met veel invalshoeken en actoren, waarvan Plasactie er maar één van is. Ironisch genoeg moesten we via een burgerinitiatief het toilettendebat zelf opnieuw op de politieke agenda afdwingen.

We herhalen hier niet alles wat elders of op de commissie van 6 november al gezegd werd — over sociale rechtvaardigheid, sanitair seksisme, het ontbreken van een transparante kosten-batenanalyse of de kost van de verschuivende overlast. Wel vragen we om een geactualiseerde, integrale visie op publiek sanitair, in plaats van rond de pot te draaien met sensationele beeldvorming om de privatisering goed te praten. Alternatieven bestaan, en die werden ooit in Gent ontwikkeld.

Historisch besef en dringende nood aan participatie

Het huidige aanbod aan publiek sanitair is niet meer bestand aan actuele noden en is zeker aan verbetering toe, maar het ontstond niet uit het niets. Gent bouwde een sterke traditie op rond toegankelijke toiletten. Onder impuls van het Stedenfonds en Thuis in de Stad werd voor het eerst in 2000 een integraal stedelijk sanitair beleid met een overkoepelende visie uitgewerkt, waarin burgers een expliciete rol kregen.

De werkgroep Publiek Sanitair verenigde elk 3 maanden stedelijke diensten en externe partners zoals Plasactie en patiëntenverenigingen. Ze ontwikkelde een 10-puntenprogramma, lanceerde Plassen met klasse, organiseerde studiedagen, gaf als eerste de plaskaart uit en zette acties op tegen wildplassen. Vanaf het begin was het uitgangspunt: gratis publiek sanitair is essentieel voor een kwaliteitsvolle openbare ruimte. 

Gent liep hiermee voorop in Vlaanderen en Nederland, het deelde haar expertise, won prijzen en legde de basis voor het rijke aanbod dat we vandaag nog kennen.

Dat het College nu kijkt naar het Brusselse netwerk van “Gastvrije toiletten” waarbij handelaars hun toiletten gratis ter beschikking stellen, om het toekomstig aanbod in De Kuip te vergroten, verbaasd ons wel.

In 2007 liep in Gent een gelijkaardig proefproject “Laat haar zitten” getrokken vanuit de werkgroep Publiek Sanitair. Omdat het experiment door 85% van de deelnemende horecazaken als positief werd ervaren, werd in 2010 onder voogdij van toenmalige Schepen van Economie en Middenstand Mathias De Clercq (Open VLD) en Schepen van Openbare Werken Martine De Regge (SP.A) een engagementsverklaring opgesteld om meer horecazaken en winkels te motiveren om op deze manier hun sanitair gratis open te stellen. Maar het bleef ergens liggen waardoor structurele verankering uitbleef, dat bijna gelijktijdig de werkgroep verdween toen de bovenlokale middelen wegvielen was hierbij ook geen goede zaak.

En nu, vijftien jaar later zoekt men dus de Gentse mosterd in Brussel en vindt men dit visionair. 

We staan dan ook perplex dat beleidsmakers het rijke Gentse verleden niet eerst raadplegen. Wij hebben als betrokken actiegroep deze geschiedenis vanop de eerste rij meegemaakt en zijn in Gent geen onbekende in de strijd tegen sanitair seksisme. Maar los van ons: de hele ontwikkeling en informatie van het toenmalige Gentse sanitair beleid is met een paar muisklikken publiek beschikbaar.

Dat wekt de indruk dat wij – en de ruim 2000 ondertekenaars van het burgerinitiatief – niet echt ernstig worden genomen. Onze burgerexpertise lijkt ondergeschikt gemaakt aan budgettaire krapte, alsof onze rol in dit dossier herleid wordt tot een Gentse variant van “Sois belle et tais-toi”.

Plasactie verwijst bij goede praktijken niet uit chauvinisme naar Gent — maar omdat Gent ooit echt vooruitstrevend was. Het is tijd voor bezinning en voor een hernieuwde langetermijnvisie die steunt op ervaring, historisch inzicht en burgerparticipatie.

Nieuwe uitdagingen vragen om actualisering en nieuwe actoren, maar ook om het herwinnen van het elan waarin co-creatie vanzelfsprekend was.
De vraag is: wil Gent deze pioniersrol terug opnemen, of verder laten verwateren in het zinkend schip genaamd T.I.N.A.?

*****